Liselotte Schut volgde van 1980 -1986 de kunst opleiding aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze slaagde in 1986 voor zwart/wit fotografie, mode modeltekenen en vrij schilderen.
In de eerste periode na de kunstacademie werkte ze vooral met papier, lapjes stof, zand, lijm, pigment en acrylverf op linnen. Tijdens het werken doemden de ‘oerbeelden’ (veelal lang gerekte figuren) op uit de materie van papier en kleur. Door de opeenstapeling van materialen groeien haar schilderijen soms uit tot werken met letterlijk veel diepgang.
Inhoudelijk gaan de doeken in deze periode over de twee kanten van het leven:bewust – onbewust, cultuur – passie, jeugd – ouderdom, dood – leven. In deze periode wordt ze opgenomen in de groep:”Honderd jonge kunstenaars, veel belovend talent”.
In 1996 start ze een serie schilderijen die ze de ‘klein koppen serie” noemt. Ze zegt daarover: “Het betreft een onderzoek naar kleur en materie waarbij de vorm uiteraard niet zomaar gekozen is. Integendeel, kleur, materie en lijn moeten de vorm kracht geven. Voorlopig is de koppen-serie er één zonder vooropgezet plan,, gewoon een avontuur dat gestart is. Waar het stopt en wat het geven of ontnemen zal: “je kunt het niet weten”.
De serie zet zich voort in een reeks schilderijen waarbij de thema’s van weleer gekoppeld zijn aan de bevindingen opgedaan in de klein koppen serie.
– Er wordt gekozen-
Het materiaal is overwegend pigment waaraan andere materialen zoals eerder genoemd, heel summier zijn toegevoegd. Dragers zijn doek, papier en hout in alle maten.
In 2004 wordt een nieuw experiment gestart. Zandfoto’s worden op doek gedrukt en in de gedrukte foto wordt geschilderd. Veelal koppen. Fotografie en koppen schilderkunst komen samen.
In 2005 is er naast het bovenstaande experiment een nieuw project gestart. Dit doet ze samen met Bart van Rosmalen (componist) in het Walter Maashuis. Het was de bedoeling na te gaan of er een wezenlijke ontmoeting tussen muziek en beeldende kunst mogelijk is. Het wordt een inspirerend project. De kunstenaars besluiten tot optreden (en tot het geven van workshops). Het beeldend werk steunt op de kennis die eerder is opgedaan rond kleur,vorm en techniek. Het ontmoeten is een ‘samen- spelen’, een verbindend gesprek.
Vanaf 2010 raken de Connecting Conversations en de overschilderingen op de achtergrond. Verstilling is het centrale thema. De tijd heeft zichzelf ingehaald en de thema’s van weleer staan niet meer tegenover elkaar maar zijn in elkaar opgenomen. Taal, fotografie , schilderen en tekenen zijn de middelen om de gedachten vorm te geven. Inspiratie bron is de natuur waarin de cyclus van leven zo duidelijk te zien is. Een eerste bundeltje (poëzie en beeld) is ontstaan (2019) ook daarnaast ontstaat de reeks schilderingen-met-taal.
De periode na 2020 wordt gekenmerkt door de ontdekking van grafiek. Vooral de lijnvoering in de droge naald fascineert. De rafelige groeiranden komen samen met de continue schriftuur uit de academietijd. Het Grafisch Atelier in Haarlem waar Paul van Marissing zijn kennis rond litho, droge naald, zeefdruk en linodruk deelt, speelt daarbij een centrale rol.
Ze heeft een plaats gekregen in collecties in binnen- en buitenland.